Aandachtspunten bij beeldschermwerk
Zeker wanneer je gedurende een werkdag lang achter een beeldscherm werkt, is de kwaliteit en het niveau van de verlichting in een kantoor erg belangrijk. Een te hoog lichtniveau zorgt voor irritatie door (te) weinig contrast op het beeldscherm, terwijl ramen en (ongeschikte) verlichtingsarmaturen schittering kunnen veroorzaken die storend worden gevonden. Voor goede kantoorverlichting bij beeldschermwerk adviseren we je dan ook rekening te houden met een aantal aandachtspunten:
Verblindingsvrije verlichting
De mate waarin een armatuur tot verblinding kan leiden wordt uitgedrukt in de UGR waarde (Unified Glare Rating). In een kantoor op beeldschermwerkplekken is volgens de norm werkplekverlichting binnen (EN 12464-1) een UGR waarde van minder dan 19 toegestaan. In ruimtes waar de gebruikers gefocust zijn op (kleine) details geldt een UGR waarde van minder dan 16. Door in kantoren veelal gebruik te maken van indirecte verlichting of de directe verlichting te voorzien van een juiste optiek- of lenstechnologie ontstaat een geschikte UGR waarde.
Prettige lichtsterkte
De eerder aangehaalde verlichtingsnorm gaat uit van een gemiddelde verlichtingssterkte van 500 lux. Daarbij hoeft het licht niet alleen uit armaturen afkomstig te zijn, maar mag er ook rekening gehouden worden met daglicht vanaf ramen of licht uit de directe omgeving van de werkplek. Wanneer je hier in jouw lichtplan rekening mee wilt houden, is het van belang dat de positie van het beeldscherm klopt ten opzichte van het binnenvallende daglicht. Een beeldschermwerkplek recht tegenover een raam kan zorgen voor teveel tegenlicht (verblinding), terwijl licht van achter zorgt voor een spiegeling in het beeldscherm. Door gebruik te maken van daglichtsensoren wordt de verlichtingssterkte automatisch afgestemd op het aanwezige daglicht. De behoefte aan licht varieert van persoon tot persoon, van taak tot taak en is sterk afhankelijk van leeftijd. Hoe ouder de persoon, hoe groter behoefte aan een hogere lichtsterkte. In een ideale situatie zou iedereen dus zijn eigen lichtsterkte moeten kunnen bepalen, passend bij zijn situatie, taak en leeftijd.
Juiste lichtkleur
Verlichting voor kantoren werd de afgelopen jaren veelal geleverd in de kleurtemperatuur 3000 Kelvin. Dit is een warm witte kleurtemperatuur die ook voor niet-kantoorruimtes veel wordt gebruikt. Om het daglicht zoveel mogelijk te evenaren wordt er inmiddels steeds vaker wittere verlichting in de kleurtemperatuur 4000 Kelvin geleverd. Deze lichtkleur is te vergelijken met de lichtkleuren van de zon en voelt voor de gebruiker van het kantoor als natuurlijk(er) licht. Om productief en alert te blijven kan het prettiger werken om een hogere (koelere) kleurtemperatuur (vergelijkbaar met daglicht) te gebruiken, al is het uiteraard ook mogelijk om een mix van kleurtemperaturen gedurende de dag af te wisselen, zoals wordt gedaan met HCL. Zo loopt de kleur van de verlichting gelijk met het bioritme van de gebruiker.
Flikkeringsvrije verlichting
Slechte LED verlichting kan, als gevolg van de techniek, flikkeren in een tempo dat voor het menselijk oog niet opgemerkt wordt. Desondanks kan deze flikkering zorgen voor vermoeidheid van ogen, hoofdpijn of migraine, wat een negatief effect op de concentratie en prestaties van de gebruiker kan veroorzaken. Bij TRILUX worden armaturen uitgebreid getest waardoor deze minimale flikkering hebben.
Milieubewuste aandachtspunten
Verlichting vormt een aanzienlijk aandeel van de energiekosten in een kantoorpand. Door het lichtplan zo slim mogelijk in te richten kan er eenvoudig geld worden bespaart. Bovendien zorgt het gebruik van LED verlichting voor een besparing op onderhoudskosten, omdat er minder vervanging van armaturen nodig is.
Naast de hierboven genoemde daglichtsensoren is het mogelijk om bewegingssensoren aan het lichtplan toe te voegen. Hierdoor brandt het licht uitsluitend wanneer er ook daadwerkelijk iemand in de ruimte aanwezig is, wat het energieverbruik nog verder laat afnemen.